Regina Wieringa fotografie  +tekst   home




 
Ieder mens heeft zijn eigen verhaal. Vaak boeiend en interessant. Achtergrondverhalen zijn voor mij de mooiste. Ik schrijf ze graag. Natuurlijk hoort daarbij ook een foto, portret+tekst.

Met alle plezier verzorg ik voor u een
wekelijkse, maandelijkse of andersoortige serie, bijvoorbeeld om uw werknemers ter gelegenheid van een jubileum eens zowel in woord als beeld voor het voetlicht brengen.

Uw voordeel?
Tekst + foto in één hand.

Nieuwsgierig geworden?
Hieronder een paar voorbeelden.

 
Regina Wieringa
Teksten en foto's zijn auteursrechtelijk beschermd.















Zeezicht
Ans Heineman
De Amsterdamse Ans Heineman (76) is speciaal naar Hoek van Holland gekomen om naar de boten te kijken. Gewapend met een verrekijkertje zit ze met haar man op de pier langs de Nieuwe Waterweg. 'Kijk, daar gaat een loodsboot richting zee om zo'n grote op te halen. Daar zitten we op te wachten.' Ans vindt het leuk om al die verschillende schepen te zien. Kan er een dag mee vullen. Niet dat ze er veel van weet, maar 'het is net als met het fotograferen van Amsterdamse trapgevels, deurknoppen, of stoepranden. Als je goed kijkt zie je allerlei verschillen, gaat er een wereld voor je open. En het water trekt sowieso. Vanwege de beweging en haar culturele achtergrond', zo denkt ze hardop.
Jaren geleden namelijk was mevrouw Heineman, - sprekend met een licht Friese tongval ondanks haar hoofdstedelijke woonplaats sinds een halve eeuw -, ook hier. Om haar broer te verwelkomen die via Engeland uit Canada was gekomen. Voor een vakantie. Haar ouders waren namelijk met twee kinderen naar dat land geëmigreerd. Drie, waaronder Ans bleven achter in Nederland. 'Kan me niet herinneren dat die pier er toen ook was. Het was toen een kille bedoening. Nu zit je hier geweldig!'
Nee, in Amsterdam hebben ze dat niet, aldus Ans. En met een zucht: 'Vroeger wel. De oude IJhaven, Javakade en het Entrepotdok. Maar dat is geweest. En bovendien heeft Amsterdam niet zo'n mooie natuurlijke haven als Rotterdam.'


Schoolvoorbeeld
Johan Koole
'Jongen je hebt gasten dus zorg ervoor.' Op sleephopperzuiger ‘Amazone’ van Baggerbedrijf de Boer uit Sliedrecht, met een capaciteit van 2680 kuub, brengt kok Jannes koffie en appelbeignets. Johan Koole (19) vaart sinds zes maanden en is halverwege zijn stage. Hij zit in het vierde en daarmee laatste jaar. In totaal zijn 300 vaardagen, een aantal verslagen, afgetekend takenboek en een goede beoordeling van de 1e stuurman nodig voor afronding van zijn opleiding. Nu hij midden in de praktijk zit, lijkt school niet meer zo belangrijk; 'Je leert alles aan boord.

De Amazone vaart met een negenkoppige bemanning: twee machinisten, vier stuurmannen, kapitein Theo van Meel, kok en matroos. Van hen leert Johan dus alles  - en misschien nog wel meer -  wat een stuurman moet weten; van het verwisselen van onderdelen, navigeren tot het optreden als gastheer. 'We varen met eenmansbediening. Varen en baggeren wordt door een persoon aangestuurd vanuit de brug. Maar ze betrekken me bij alles. Van iedereen aan boord leer ik wat. En dat is heel fijn. Geen dag is daarom hetzelfde!'
De afgelopen zes maanden zat Johan in Ierland, Engeland, Frankrijk en Nederland; vrijwel elke week in een andere haven.
Koole vindt het heerlijk. 'Als kleine jongen ging ik vaak naar de Wereldhavendagen in Rotterdam. Het water trok altijd al.' Lang bleef het alleen bij surfen. Totdat hij op een Open Dag van het STC een docent enthousiast hoorde praten over bagger. De videopresentaties over baggerprojecten in Hongkong en Singapore, en gesprekken met bedrijven deden de rest. Johan: 'Varen leek me altijd al erg leuk. Daar komt bij, een baggeraar maakt ook nog wat, zoals havens bijvoorbeeld. Op dit moment diepen we de haven van IJmuiden uit. Israel is de volgende bestemming. Daar maken we een nieuw haventerrein waarop een containerterminal komt. Elk project is weer anders, soms moet er zand of slib weg, soms moet er zand ergens komen. Dit gaat vaak op allerlei verschillende manieren. Het is dus erg afwisselend.'
Koole is de enige telg in de familie die vaart. Nog wel. 'Mijn ouders en mijn zestienjarige broertje zijn aan boord wezen kijken. Ze vonden het erg leuk. Vooral m'n broertje!'

Schoolvoorbeeld
foto
Enthousiast is hij zeker. Dat straalt er vanaf en is te horen. Frank Kreukniet (16), derdejaars BBL stuurman-schipper, STC Rotterdam, voelt zich helemaal op zijn plaats in de binnenvaart. In groep 8 van de basisschool wilde hij nog kraanmachinist worden. In de oriëntatieperiode van het vmbo bij het STC ging hij een weekje varen met één van de opleidingsschepen en was verkocht.
Frank: 'Dat vond ik direct heel erg leuk. Varen. Ik koos voor vmbo matroos en kon daarna in het tweede leerjaar stuurman-schipper instromen. Heb een half jaar op de No Limit gevaren maar dat was geen succes. Steeds dezelfde route varen. Weinig contacten met andere mensen. Te weinig afwisseling. Ik nam ontslag en kon toen terecht bij de Verenigde Tankrederij. Ik ben hu heel gelukkig op bunkerschip VT Vanora (69 m x 11,5 m). We voorzien zeeschepen in de Rotterdamse haven van smeerolie dat we laden in Antwerpen. Binnen acht uur zijn we terug. Het werk is afwisselend.  Zo weet je nooit helemaal van tevoren welke schepen gebunkerd moeten worden. Er kan er zomaar eentje per fax bijkomen. We bunkeren van alles. Hoeveel varieert enorm; van een kruiplijn coaster (1500 liter) tot een containerschip zoals bijvoorbeeld de Maersk Baltimore (200 m3). En het leuke is dat je aan boord van die schepen allerlei culturen ontmoet, zoals Russen, Denen, Amerikanen, Engelsen, Afrikanen, en nog meer. Je moet dus wel een vlotte Engelse babbel hebben en soms is ook dat niet genoeg. Laatst ontmoette ik Chinezen die geen woord Engels spraken of verstonden. Dan moet je met tekeningen het een en ander duidelijk kunnen maken.'
Net zo makkelijk. Hij is ook wel wat gewend. Frank, zoon van vroeg gescheiden ouders, zat tussen zijn derde en achtste levensjaar met zijn drie zussen in een tehuis. 'Ik was niet zo'n gemakkelijk kind. Vrij druk. Ben ik nog. Maar het is wel minder.' Niet zo vreemd. Het werk aan boord slurpt heel wat energie. Behalve de vele onderhoudswerkzaamheden laten kapitein en schipper hem onder toezicht ook manoeuvreren en aanmeren. Ze vormen een goed team dat kan dollen én hard werken, aldus Frank.
De toekomst? 'Voorlopig wil ik in de binnenvaart blijven. Of dat altijd in de smeerolie zal zijn weet ik nog niet. Met loog van Nederland naar Duitsland varen lijkt me ook wel wat. Over een half jaar wil ik misschien weer wat anders. We zien wel. Zeker is dat ik kapitein wil worden, maar dat duurt nog wel even.   
Februari 2007 hoop ik mijn diploma stuurman-schipper te halen met certificaten voor ADNR, Radar en marifonie. Ik ben dan zeventien jaar en mag er dan dus niet mee varen. Uiteindelijk denk ik wel ooit de jonste schipper te worden. Op m'n twintigste.'  
Contactpersonen

Duimstok over de schouder. Door gangboord aan bakboord en stuurboord op zoek naar de ijk.  Meten wat de diepgang is bij aankomst en na het laden. Erik van Kaam,  voormalig stuurman op de wilde vaart, is al sinds zeventien jaar ijkmeester bij Alex Stewart en werkt in opdracht van de vaak Duitse klant, de ontvanger van de lading.  'Het tonnage wat zojuist in het ruim is gestort en sommige schippers op hun beeldscherm kunnen aflezen is niet bindend. Mijn meting is dat wel. Neemt niet weg dat je soms een dispuut hebt. En dan ga je met elkaar praten en nog een keer kijken. Iedere schipper neemt zoveel mogelijk mee. Dat is logisch. En ze hebben altijd haast. Toch kan je goed met ze praten. En daar blijft het ook bij. Jaren geleden waren er wel ijkers die zo hun favoriete schnaps dronken aan boord. Eind van de dag had je niets meer aan ze. Sterke drank is nu wel uitgebannen in de haven. Als ze je ontdekken brengen ze je zo naar huis.'
Los van de strengere regels heeft de ijker van tegenwoordig ook geen tijd voor dit soort 'gezelligheden'. Want behalve ijker is Erik ook controleur van de lading. Met een collega beklimt hij piramides van ijzerts en kolen die zojuist uit een zeeschip gestort zijn. Vult op verschillende plekken van zo'n berg een paar bussen, die inderdaad de vorm van een kleine melkbus hebben, en rolt deze naar beneden. 'Een kilootje of 30 wegen ze al gauw. In de werkplaats, één voor kolen en één voor ijzerts, doen we vocht- en kwaliteitbepaling. Kolen zijn bij aankomst 50 a 80 mm. Wij breken ze tot 0,2 mm waarvan 100 gram in een potje gaat naar het laboratorium. Wij doen er dan niets meer mee. De vochtigheid bepalen we helemaal zelf. Zo mogen kolen 8-14% vocht bevatten. Het vochtpercentage in de kolen is van invloed op de verbrandingswarmte van de kolen hoe natter de kolen hoe meer energie de centrale kwijt is om eerst het vocht in de kolen te verbranden. Een hoger percentage kan veroorzaakt worden door lekkende luiken van het zeeschip of ballastwater dat per ongeluk bij de lading terechtkomt. Vaak is het dan vrij extreem vochtig en is dat al gezien in het ruim van het zeeschip.  Op het zicht zien we ook of de lading anderzins vervuild is, bijvoorbeeld met metaal, stenen of papier. Als het nog mogelijk is krijgt de lading op het terrein nog een speciale bewerking, bijvoorbeeld door een magneet er langs te halen. Als de vervuiling te groot is wordt het een verzekeringskwestie.'
Maar behalve zijn ogen goed de kost geven als controleur heeft Erik bij de zeeschepen nog een derde functie, namelijk die van draught surveyor, het meten van zeeschepen. 'Belangrijk is dat een schip inderdaad de opgegeven hoeveelheid lading bij zich heeft. Met een roeier, om zo dichtbij mogelijk te komen, lees ik bij aankomst de zes diepgangmerken af; drie aan bakboord, drie aan stuurboord. Daarnaast meet ik de densiteit, het zoutgehalte, van het water. De hydraustatische tabellen aan boord zeg maar de meetbrief van een zeeschip deze is opgemaakt in 1025 dus bij de afgelezen diepgang vindt je in dit document een tonnage, dit tonnage geeft het gewicht aan van het
verplaatste water haal je hier het gewicht af van de gevonden ballast en brandstof en het gewicht van het lege schip dan heb je het gewicht van de  lading dit doe je bij vol en leeg schip het verschil van deze twee uitkomsten is het de geloste of geladen lading. Dit in hoofdlijnen er komt
nog meer bij kijken. Al met al weet de klant binnen een dag of de lading in orde is wat betreft kwaliteit en kwantiteit.’
Zeezicht Rob den Ouden
Met zelfgemaakte tatoeages, '- ja dat deed je gewoon zelf, met twee naalden en wat inkt -', een zonnebril, hemdje en getraind lijf vertelt de 62-jarige Rob den Ouden: 'Ben als ketelbinkie begonnen op een zogenaamde strafboot, een boot waarop zeelieden met een slechte conduitestaat nog mee konden terwijl ze bij andere werden geweigerd. Het was een tanker van Esso met bestemming Perzische Golf. Het andere ketelbinkie ging bij Antwerpen van boord. Toen stond ik er alleen voor. Kun je nagaan in die enorme hitte. Dat was flink afzien.'
Rob heeft in de Rotterdamse Afrikaanderwijk op de Oranje Nassauschool voor Rijn- en binnenvaart gezeten. Dat was een opleidingsinstituut voor matroos, 1e of 2e man.  'Je zat intern. Het was héél streng. Zo mochten we niet met meisjes praten en moest de gang opnieuw gedweild worden als ze een streep ontdekten.'
'Ze', Rob heeft er slechte herinneringen aan. Net als aan 'ze' van de tuchtschool waar hij daarna zat. Het heeft z'n karakter gevormd, dat wekt geen verbazing, het is een doorzetter.
Op z'n elfde ging zijn vader 'pleite'. Hij moest toen als oudste van vijf kinderen het huishouden mede bekostigen. Is gaan varen toen hij vijftien was. Rookt sinds z'n veertiende.
Rob is vorig jaar in Alkmaar Nederlands kampioen powerliften geworden in zijn leeftijdscategorie masterclass 3. 'Ik sta elke dag om vijf-zes uur op en ga wandelen met m'n hond. Ik ben nooit chagrijnig. Dat heb ik van mijn moeder. Zij leefde makkelijk. '

Zeezicht
Elizabeth
                                        BraamNovember. Buiten een sigaretje roken is gewoon heerlijk. Zeker op deze plek. De openheid, de weidsheid. Van Rijnhaven en Maas.
Vanuit haar werkkamer bij de rechtbank kijkt Elizabeth Braam op binnenschepen en kranen. En dat bevalt prima, hoewel haar vorige kamer met uitzicht op Maas, Erasmusbrug en zo nu en dan een cruiseschip natuurlijk wel dynamischer was. Soms tot grote ergenis als de brug weer 's openstaat. 'Ik ken de tijden uit m'n hoofd anders sta je er wel twintig minuten!' 
Elizabeth heeft vijftien jaar in Rotterdam gewoond en huist nu in Amsterdam. Maar met de Amsterdamse haven heeft ze totaal geen binding. 'Kom er nooit. Doordeweeks ga ik vanuit de Pijp direct de ring op.' Wel heeft haar zesjarig zoontje zijn verjaardag in het hoofdstedelijk Scheepvaartmuseum gevierd. 'Hier ging hij vaak naar Professor Plons en zo nu en dan met de Spido.'
In haar jeugd in het Brabantse Oeffelt zag Braam bij hoog water vanuit de zitkamer schepen aan zich voorbij trekken. Net als nu dus. En zo is het leuk. Moet er niet aan denken dat haar zoon gaat varen. Maar ze kent ze wel, varenden, via haar moeder.  Drie zonen uit een gezin die kozen voor zeevaart, binnenvaart en marine. 'Ik denk dat hun moeder wel trots op ze is.

Schoolvoorbeeld

 foto
'Een baan van 9 tot 5 is niets voor mij. Ik ben rusteloos. Wilde bovendien iets van de wereld zien. De marine viel af vanwege de discipline.' Maar dat zal vast niet het enige zijn geweest, want discipline heeft Bionda van Roosendaal (24). Dat blijkt.
Na een Open Dag bij Maritiem Instituut De Ruyter in Vlissingen ging ze voor de marof-opleiding op MBO-niveau; drie jaar studie en een jaar stage. 'Het is voor mij een ultieme combinatie, het nautische en technische. Er zijn niet zoveel rederijen waar je geïntegreerd kunt varen. Wel bij P&ONedlloyd, tegenwoordig Maersk. Tijdens mijn eerste stage werd ik gelijk in het diepe gegooid en kreeg ik direct de matrozen onder mijn hoede. De bemanning was vrij conservatief, niet zo leuk dus. Maar ben na een maand thuis weer direct gaan varen en dat was heel leuk. Het ligt er maar net aan wie je treft. Als meisje moet je wel van je kunnen afbijten, tegengas geven, hoe dan ook. De lat ligt hoog op onze schepen. Je moet je bewijzen. Maar als je iets niet kan, moet je het wel gewoon vragen.' Op aandringen van 'kantoor' is Bionda HBO gaan doen. 'Dat was puur theorie. Ik dacht meer praktijk te krijgen. Maar het sluit wel goed aan op MBO. Als stage heb ik 5 maanden op het kantoor gewerkt bij Blue Star Ship Management.’ Blue Star is verantwoordelijk voor het ship- en crewmanagement van schepen in de A.P. MØller Maersk vloot. Bovendien, niet onbelangrijk, geeft het HBO aan wal meer kans op een leuke baan. 'Als je hebt gevaren is dat sowieso voordelig. Je krijgt op jonge leeftijd veel verantwoordelijkheid.'
En dat bevalt haar blijkbaar goed. Ze heeft zo'n drie jaar gevaren als MO4 (Maritiem Officier) op containerschepen. Ze voer in lijndienst de hele wereld rond, op de Kowloon, Nedlloyd Jakarta, Mercator, Heemskerk en Africa. En aangezien Bionda's vriend een MO2 is, is het kunnen plannen van afspraken belangrijk. 'We e-mailen of luisteren MF/HF. Je kan zo uren met elkaar praten zonder dat het iets kost. Je moet wel goed afspreken op welk kanaal je zit. Ook schrijf ik. Naar mijn ouders dan, een kaartje uit iedere haven.'
Momenteel werkt Bionda op kantoor bij Blue Star en ze willen haar nog wel een paar maanden houden. Rustiger vaarwater dus. Ideaal voor haar biologische klok die ze voelt tikken. Alhoewel. ‘Aan wal zijn zoveel leuke dingen te doen. Best hectisch soms. Aan boord is het leven redelijk constant. Zonder wachtdienst heb je 's avonds tijd zat. Sommigen doen modelbouw. Ik ben begonnen met een studie Nederlands recht aan de Open Universiteit.'
Matthijs KoopMatthijs Koop (21) is bezig met zijn eerste reis als 2e stuurman. Beginpunt is Antwerpen. Van daaruit gaat hij met het multipurpose vessel UAL  (Universal African Lines) Africa, in beheer bij Flinter, met onderdelen voor de olie-industrie, via tussenstop Las Palmas om te bunkeren, naar Lobito, Luanda (Angola) en Malabo (Equatoriaal Guinne). Daarna laden in Europa of Amerika of misschien naar het droogdok voor de vijfjaarlijkse servicebeurt. Hoe dan ook, na drie maanden, net na de jaarwisseling dus, verwacht hij weer thuis te zijn. Matthijs: ‘Thuis geniet ik omdat je kan doen wat je wilt. Je bent vrij. Tijd genoeg voor klussen in huis of een hobby. Maar je moet niet te lang thuis blijven, dan raak je teveel gewend aan niets moeten doen. Aan boord is het mooi. Je komt overal en je bent in zekere mate vrij in je doen en laten.’
De ideale combinatie dus. En dat allemaal dankzij een dagje op de studiebeurs in Utrecht en een Open Dag bij het STC in Rotterdam. Nou ja, mischien toch ook wel ergens wat genen van een opa en overgrootopa van moederskant die beiden zeevarend waren. ‘De marofopleiding trok me wel. Veel praktijk. Je zag waar je het voor deed; een vak leren. Heel concreet. Tijdens de opleiding begon ik het pas echt leuk te vinden. Heb net een jaar stage achter de rug op de Flinterdijk, Flinterspirit en UAL Texas. Afgelopen juli heb ik m’n diploma gehaald en nu zit ik hier na anderhalve maand vrij te zijn geweest. Ik krijg hier meteen m’n vuurdoop omdat dit de “drukkere” schepen van de rederij zijn.’
Dat Matthijs gekozen heeft voor de de brug en niet de machinekamer heeft niets met gebrek aan interesse te maken. Integendeel. Matthijs:’ Ik vind het allebei super interessant maar ik moest toch een keuze maken. Alleen beneden trekt me minder. Ik heb meer met de buitenlucht, een beetje frisse lucht.’ En als dat de lucht is bij een kleinere haven is dat helemaal goed. ‘Kleinere havens vind ik het leukst.Vaak werken ze daar alleen overdag, heb je ’s avonds nog even tijd om de wal op te gaan.’
Plannen voor de toekomst zijn best concreet. ‘Ik wil een jaar varen. Heb nu een jaarcontract. Volgend jaar ga ik HBO marof doen. Gewoon voor mezelf omdat ik weet dat ik het kan en misschien komt het later nog van pas.’


Zeezicht, over zomaar mensen en hun band met de haven/scheepvaart, stond zo'n anderhalf jaar wekelijks op pagina 3 van Weekblad Schuttevaer:
vakblad voor Rijn- en binnenvaart, kust- en zeevaart,
visserij, scheepsbouw, offshore, recreatie- en chartervaart.
Schoolvoorbeeld, over jongeren/stagiars die kiezen voor een varend beroep, stond een jaar eveneens wekelijks op dezelfde plek.
Sinds begin 2007 maak ik een wekelijke serie over Contactpersonen, mensen die diensten verlenen aan de scheepvaart.
Teksten en foto's zijn auteursrechtelijk beschermd. Regina Wieringa